Meer werken vanuit de wijk
Het vertrouwen in de Nederlandse overheid en de gemeente Rotterdam is anno 2022 historisch slecht. In Rotterdam was de opkomst van de gemeenteraadsverkiezingen in dat jaar gemiddeld 38%, en in sommige wijken zelfs minder dan 25%. Een resultaat van de groeiende afstand tussen de gemeente en haar inwoners.
De gemeentelijke wijkkantoren zijn de afgelopen decennia stuk voor stuk verdwenen. Daardoor weet de Rotterdammer vaak zijn weg niet meer te vinden met een vraag of idee. Waar moet je beginnen? Wat als je vraag niet bij één loket beantwoord kan worden?
Daarom is de missie van het 2022 college: werken aan vertrouwen en zichtbaarheid in de wijk. Een mooi streven voor een overheidsorganisatie als de gemeente Rotterdam. Maar hoe zet je zo’n omslag in gang met oog voor de unieke situatie in 39 wijken? Eén van de antwoorden: wijkhubs. Fysieke locaties als laagdrempelige aanspreekpunten van de gemeente voor alle wijkbewoners.

Regie op een lerend proces
In twee jaar tijd in alle 39 verschillende Rotterdamse wijken een wijkhub – dat was de wens van gemeente Rotterdam. Maar de precieze invulling en vorm lag nog open. Samen met Thijs van Exel, onze wijkhub-samenwerkingspartner, hebben we toegewerkt naar een helder overkoepelend kader voor de wijkhubs, mét ruimte voor maatwerk per wijk.
Hoe? Leren door te doen, dat was het uitgangspunt. Door gewoon te starten en te experimenteren, leerden we stapsgewijs wat een wijkhub nodig heeft. Dat ging niet overal gelijk op: er waren plekken die al jaren in een eigen vorm uiting gaven het idee van een ‘wijkhub’, terwijl het op andere plekken volstrekt onduidelijk was wat er van betrokkenen verwacht werd. Toch moest er binnen twee jaar overal een wijkhub zijn. Om dit te bereiken, ontwikkelden we onder andere werksessies, formats en processen.
Onze rol was er een van facilitatie en organisatie. Van het samenbrengen van alle verschillende perspectieven tot één richting. Van het uitdenken van de grote lijnen. Met andere woorden: regie op een lerend proces. Elke wijk is anders, dus de precieze praktische invulling van de wijkhubs lag bij de gemeentelijke wijkmanagers en hun team. Wij zorgden ervoor dat verschillende wijkhubs samen konden leren wat het voor hen betekent om een goede wijkhub te zijn, dat er ruimte in de processen zat voor onderlinge verschillen, en dat ook de andere partijen die bij de wijkhubs zijn gebaat warm liepen voor het project. En dan nu concreet…

Stap voor stap naar een rode draad: De Wijkhub Gids
Fase 1 stond in het teken van het formuleren van een rode draad voor de wijkhubs. We zijn gestart met het organiseren van talloze sessies met een breed veld aan betrokkenen – gemeente, bewoners, ondernemers en meer – over wat wijkhubs zouden kunnen en moeten zijn. We bezochten wijkhubs die al waren gestart, om te leren van hun aanpak, lessen en uitdagingen. Uiteindelijk leidde dit tot de Wijkhub Gids: de rode draad voor de wijkhubs.
Met de wijkmanagers – ambtenaren die onderzoeken wat er in hun wijk speelt en, niet onbelangrijk, de verantwoordelijkheid van de wijkhub dragen – hebben we in verschillende werkvormen gekeken naar hoe zij zelf invulling konden geven aan dit plan. Waar lag de behoefte in hun wijk? Wat had hun specifieke wijkhub nodig? Dat werden de maatwerk bijlagen bij de gids, waarin per wijkhub de specifieke plannen stonden beschreven.


Van plan naar praktijk
Een jaar en 39 wijkhubplannen later: de praktische implementatie kon beginnen. Sommige wijkhubs waren al enthousiast gestart, bij anderen staken de hakken nog stevig in het zand. Met de wijkmanagers specificeerden we de programmering, de tijdsindeling, de obstakels en de verwachting. En we ontwikkelden formats waardoor ze doorlopend van elkaar konden blijven leren.
Maar boven alles hadden we nog één ding nodig: domeinoverschrijdend draagvlak. De wijkhubs moesten niet langer alleen bestierd worden door de wijkmanagers, maar een gedeelde verantwoordelijkheid worden van alle belanghebbenden. Oók van bijvoorbeeld de politie, afdeling Werk en Inkomen en de plantsoendienst. Daarom zijn we langsgegaan op veel verschillende plekken binnen de gemeente. Samen hebben we onderzocht wat een wijkhub voor hen kan zijn en wie waar eigenaarschap in kan pakken.

Wijkhubs in de praktijk: Bospolder-Tussendijken vs. Lombardije
Elke wijk is anders. Andere inwoners, andere wensen, andere obstakels. Daarom verschilt ook de ene wijkhub van de ander. Neem bijvoorbeeld wijkhubs Bospolder-Tussendijken en Lombardijen: beide in de kern een echte wijkhub, en toch in de praktijk verschillend.
In Bospolder-Tussendijken richt de wijkhub zich vooral op jongeren. De ruimte wordt gedeeld met andere jongerenorganisaties uit de buurt en de aankleding is gekozen door jongeren uit de wijk, zodat het echt een plek van en voor hen is geworden.
In Lombardijen zal je minder snel een jongere in de wijkhub aantreffen. Daar wordt de plek vooral gevonden door de ouderen in de wijk. Bewoners komen graag langs voor een praatje of met welke hulpvraag dan ook. En daarvoor staat de deur altijd open: de betrokken ambtenaren vertrekken echt vanuit de vragen en behoeftes van de bewoners.
Resultaten en impact
-
Het doel is gehaald: sinds begin 2024 is er in elke Rotterdamse wijk een wijkhub te vinden.
-
De rode draad van de wijkhubs, met ruimte voor maatwerk in elke wijk.
-
Een netwerk van wijkhubs, waarin ze makkelijk praktische tips met elkaar kunnen delen. Ook maakten we verschillende formats: zowel voor onderlinge uitwisseling, als voor rapportage aan de gemeenteraad en bewoners.
-
We faciliteerden de mogelijkheden voor elke wijkhub om een eigen programma uit te werken.
Contact
Nieuwsgierig naar onze aanpak, of heb je een vergelijkbaar vraagstuk? Neem nu contact op.